Pijlslang

Pijlslang
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2012)
Met een buitgemaakte scheltopusik (Pseudopus apodus).
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Superfamilie:Colubroidea
Familie:Colubridae (Toornslangachtigen)
Onderfamilie:Colubrinae
Geslacht:Dolichophis
Soort
Dolichophis jugularis
(Linnaeus, 1758)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Pijlslang op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

De pijlslang[2] of zwarte pijlslang[3] (Dolichophis jugularis) is een niet-giftige slang uit de familie toornslangachtigen en de onderfamilie Colubrinae.

Naam en indeling

De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst voorgesteld door Carl Linnaeus in 1758. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Coluber jugularis gebruikt. De soort behoorde vroeger tot de geslachten Zamenis, Haemorrhois, Hierophis en Coluber.[4]

Ook de balkantoornslang (Hierophis gemonensis) wordt wel aangeduid met de Nederlandstalige naam 'pijlslang'.[5] De soortaanduiding jugularis (Latijn: jugulāris) betekent vrij vertaald 'aan de nek' en slaat op de karakteristieke pijlvormige tekening aldaar.

Ondersoorten

De soort wordt verdeeld in drie ondersoorten die onderstaand zijn weergegeven, met de auteur en het verspreidingsgebied.

Naam Auteur Verspreidingsgebied
Dolichophis jugularis asianus Boettger, 1880 De rest van het verspreidingsgebied.
Dolichophis jugularis cypriacus Zinner, 1972 Cyprus
Dolichophis jugularis jugularis Linnaeus, 1758 Syrië, Jordanië

Uiterlijke kenmerken

Het is met ongeveer 2,5 tot drie meter een van de grotere soorten gladde slangen en de langste van Europa. De kleur is meestal bruin tot roodbruin met een gele tot oranje buik en zwakke strepen op de rug, maar sommige exemplaren zijn grijswit of juist donkerbruin tot zwart, en jonge dieren hebben een meestal groenbruine kleur met een zwart luipaardpatroon en een V-vormige vlek in de hals. In veel gebieden zijn volwassen slangen geheel zwart met een blauwe parelmoerachtige glans, na drie jaar slaat de kleur plotseling om. Exemplaren die nog niet zwart zijn lijken erg op de balkantoornslang (Hierophis gemonensis).

Levenswijze

De prooien zijn relatief wat groter in vergelijking met andere slangen en bestaan uit zoogdieren en vogels, ook worden andere reptielen en daarnaast amfibieën gegeten. De juvenielen eten overwegend hagedissen en insecten. Het is een typische bodembewoner, maar 's nachts schuilt de slang meestal in een boom of hoge struik. Bij verstoring of een aanval rolt de slang zich op en begint luid te sissen. Deze soort is erg agressief en daardoor moeilijk in gevangenschap te houden waardoor er niet alles over bekend is. De pijlslang kan bijten bij gevaar en is niet giftig maar de tanden zijn naar achteren gekromd waardoor een beet vervelende wonden kan veroorzaken.

Verspreiding en habitat

Verspreidingsgebied in het rood.

De pijlslang komt voor in delen van het Midden-Oosten en zuidelijk Europa en leeft in de landen Turkije, Israël, Syrië, Jordanië, Libanon, Koeweit, noordelijk Iran, noordelijk Irak, Cyprus en enkele Griekse eilanden.[6] Er zijn meldingen uit Albanië, Bulgarije, Hongarije, voormalig Joegoslavië en Roemenië, maar deze zijn niet bevestigd. Ook in Tsjechië was de slang te vinden tot 1922, maar is daarna niet meer gezien.[5]

De habitat bestaat uit gematigde bossen, scrublands en moerassen en ook in door de mens aangepaste streken zoals weilanden, plantages en landelijke tuinen kan de slang worden aangetroffen. De leefomgeving bestaat uit open plekken met liefst muren, ruïnes of grotere steenhopen. De soort is aangetroffen tot een hoogte van ongeveer 1000 meter boven zeeniveau.[7]

Beschermingsstatus

Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is de beschermingsstatus 'veilig' toegewezen (Least Concern of LC).[7]

Omdat de soort steeds zeldzamer wordt, vooral in Griekenland, is de pijlslang beschermd en mag niet meer worden gevangen of gedood.

Bronvermelding

Referenties

  1. (en) Pijlslang op de IUCN Red List of Threatened Species.
  2. Bernhard Grzimek (1971). Het Leven Der Dieren Deel VI: Reptielen. Kindler Verlag AG, Pagina 474. ISBN 90 274 8626 3.
  3. Jeroen Speybroeck, Anton Stumpel, Wouter Beukema, Bobby Bok, Raymond Creemers, Jeroen van Delft, Henk Strijbosch & Jan Van Der Voort - Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland, Namenlijst Europese amfibieën en reptielen - jaargang 18, nummer 4.
  4. Peter Uetz & Jakob Hallermann, The Reptile Database – Dolichophis jugularis.
  5. a b Václav Laňka & Zbyšek Vít (1985). Amfibieën en reptielen. Rebo Productions, Pagina 178, 179. ISBN 90-366-0639-X.
  6. Sherif Baha El Din (SRLI & Global Reptile Assessment), 1919 Pierre-André Crochet (CNRS-UMR 5175 Centre d'Ecologie Fonctionnelle et Evolutive, Souad Hraoui-Bloquet (SRLI Reptile Assessment), Uğur Kaya (SRLI Reptile Assessment), G. R. A. Petros Lymberakis (GAA, SRLI Reptile Assessment) Ahmad Mohammed Mousa Disi (GRA, IUCN Red List of Threatened Species: Dolichophis jugularis. IUCN Red List of Threatened Species (6 februari 2012). Geraadpleegd op 26 februari 2020.
  7. a b International Union for Conservation of Nature and Natural Resources - Red List, Dolichophis jugularis - IUCN Red List.

Bronnen

  • (en) – Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database – Dolichophis jugularis - Website Geconsulteerd 23 juni 2020
  • (nl) – Václav Laňka & Zbyšek Vít - Amfibieën en reptielen Pagina 178,179 - 1985 - ISBN 90-366-0639-X - Uitgever: Rebo Productions
· · Sjabloon bewerken
Soorten slangen in Europa
Wormslangen (Typhlopidae):slanke wormslang (Typhlops vermicularis)
Boa-achtigen (Boidae):kleine zandboa (Eryx jaculus)
Toornslangachtigen (Colubridae):gladde slang (Coronella austriaca) · zuidelijke gladde slang (Coronella girondica) · Dolichophis caspius · pijlslang (Dolichophis jugularis) · Eirenis modestus · vierstreepslang (Elaphe quatuorlineata) · Elaphe sauromates · Algerijnse toornslang (Hemorrhois algirus) · hoefijzerslang (Hemorrhois hippocrepis) · Hemorrhois nummifer · Balkantoornslang (Hierophis gemonensis) · geelgroene toornslang (Hierophis viridiflavus) · Macroprotodon brevis · mutsslang (Macroprotodon cucullatus) · adderringslang (Natrix maura) · ringslang (Natrix natrix) · dobbelsteenslang (Natrix tessellata) · Platyceps collaris · Platyceps najadum · trapslang (Elaphe scalaris) · katslang (Telescopus fallax) · Zamenis lineatus · esculaapslang (Elaphe longissima) · luipaardslang (Elaphe situla)
Adders (Viperidae):Pallas' groefkopadder (Gloydius halys) · Levantijnse adder (Macrovipera lebetina) · Macrovipera schweizeri · hagedisslang (Malpolon monspessulanus) · kleinaziatische adder (Vipera xanthina) · zandadder (Vipera ammodytes) · aspisadder (Vipera aspis) · gewone adder (Vipera berus) · Wipneusadder (Vipera latastei) · Vipera renardi · Vipera seoanei · spitssnuitadder (Vipera ursinii)