Noordelijke bonte pitohui
Noordelijke bonte pitohui IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Opgezette noordelijke bonte pitohui in Naturalis | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Pitohui kirhocephalus (Lesson & Garnot, 1827) | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Noordelijke bonte pitohui op Wikispecies | |||||||||||||
|
De noordelijke bonte pitohui (Pitohui kirhocephalus) is een soort vogel uit het geslacht Pitohui uit de familie van de Oriolidae. De soort komt alleen voor op Nieuw-Guinea en westelijk daarvan gelegen eilanden.
Kenmerken
De noordelijke bonte pitohui lijkt qua grootte en postuur op een merel, hij is 23 cm. De kop, vleugels en staart zijn zwart, de rest van het lijf is roodbruin. Deze vogel lijkt sterk op de bergpitohui, maar heeft meer zwart, niet alleen op de kop maar ook op de borst is deze vogel zwart. Er zijn 12 ondersoorten op de eilanden in het westen van West-Papoea (Indonesië).[2][3] Een van deze ondersoorten, de zuidelijke bonte pitohui (P. uropygialis) wordt sinds 2013 als aparte soort beschouwd.
Voorkomen en leefgebied
De vogel komt voor in het westen van Papoea-Nieuw-Guinea, Papoea, West-Papoea, het eiland Japen en andere eilanden in de buurt. De leefgebieden liggen meestal op een hoogte tussen de nul en 1500 meter boven de zeespiegel. De vogel komt plaatselijk algemeen voor langs bosranden en in ondergroei. De vogel is luidruchtig, maar laat zich lastig zien.[3]
De soort telt 12 ondersoorten:
- P. k. kirhocephalus: de oostelijke Vogelkop.
- P. k. dohertyi: Wandammengebied.
- P. k. rubiensis: de kop van Geelvinkbaai.
- P. k. brunneivertex: de oostelijke kust van Geelvinkbaai.
- P. k. decipiens: Onin-schiereiland.
- P. k. stramineipectus: Tritonbaaigebied.
- P. k. adiensis: Adi.
- P. k. carolinae: Etnabaaigebied.
- P. k. jobiensis: Kurudu en Japen.
- P. k. meyeri: Mamberamo-kust.
- P. k. senex: het bovenste Sepikgebied.
- P. k. brunneicaudus: van lager Sepik tot Astrolabebaai.
Giftig
Uit onderzoek bleek dat deze pitohui als afweer het batrachotoxine bezit, een gifstof die bekend is van pijlgifkikkers uit Midden- en Zuid-Amerika. Bekend is dat de vogels de gifstof niet zelf aanmaken. Waarschijnlijk krijgen ze het gif binnen via een giftige keversoort (Choresine pulchra) die als voedsel dient. Op deze manier komen ook de pijlgifkikkers aan hun giftige afscheiding. Batrachotoxine zit ook in de huid en veren van de de bergpitohui, de roestpitohui en de blauwkapifrita (Ifrita kowaldi).[4]
- ↑ (en) Noordelijke bonte pitohui op de IUCN Red List of Threatened Species.
- ↑ (en) F. Gill, M. Wright D. & Donsker (2013) - IOC World Bird Names (version 3.4)
- ↑ a b (en) Beehler, B.M., T.K. Pratt & D.A.Zimmerman 1986. Birds of New Guinea. Princeton University Press. ISBN 0-691-02394-8.
- ↑ (en) John P. Dumbacher et al, 2004. Melyrid beetles (Choresine): A putative source for the batrachotoxin alkaloids found in poison-dart frogs and toxic passerine birds. PNAS 101(45):15857-'60. full text